Over dit project
Van elk van de drie componenten worden de sterke en zwakke punten geanalyseerd. De private arbeidsmarktinfrastructuur bijvoorbeeld, heeft veruit het grootste aandeel in transities op de arbeidsmarkt. Transities gaan hier doorgaans van-werk-naar-werk. Een van de zwaktes van de marktstructuur is dat hij niet van zichzelf in staat is mensen met een zwakke arbeidsmarktpositie aan werk te helpen. De publieke arbeidsinfrastructuur is hiervoor bedoeld, maar die heeft te maken met wild schommelende re-integratiebudgetten, uiteenlopende wetgeving en onduidelijke governance.
In de publicatie wordt vervolgens het succes van de arbeidsmarktinfrastructuur afgemeten aan vier publieke doelen:
• Doel 1: De arbeidsmarktinfrastructuur moet bijdragen een betere allocatie van arbeid, kwantitatief én kwalitatief;
• Doel 2: De arbeidsmarktinfrastructuur moet bijdragen aan lagere vermijdbare uitkeringslasten;
• Doel 3: De arbeidsmarktinfrastructuur moet bijdragen aan adequate scholing van de (werkende en werkloze) beroepsbevolking;
• Doel 4: De arbeidsmarktinfrastructuur moet bijdragen aan een rechtvaardigere arbeidsmarkt, waarbij rechtvaardigheid op verschillende manieren kan worden ingevuld.
In het slothoofdstuk van de studie worden drie routes voor verbetering van de arbeidsmarktinfrastructuur verkend. De conclusie is dat ‘pure’ markt- of overheidsoplossingen onvoldoende verbeteringen brengen. De beste weg voorwaarts is een mix van private en publieke oplossingen.