In het coronajaar 2020 werd digitaal vergaderen van de een op de andere dag de norm – ook voor decentrale volksvertegenwoordigingen, zoals gemeenteraden en waterschappen. Nu de samenleving langzaam weer opengaat, heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verkend óf en wanneer digitaal vergaderen mag blijven en of hybride vergaderen (een combinatie van fysiek en digitaal vergaderen) wenselijk is. De Argumentenfabriek hielp het ministerie bij het in kaart brengen van de argumenten vóór en tegen deze vergadervormen.
Tot de uitbraak van de corona-epidemie, vergaderden decentrale volksvertegenwoordigers fysiek. Deze manier van vergaderen was ook de enige wettelijke mogelijkheid. In april 2020 kregen volksvertegenwoordigers via de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming noodgedwongen het mandaat ook digitaal te vergaderen. Maar is dit ook de toekomst?
De afgelopen maanden voerde het ministerie een verkenning uit naar een permanente regeling voor digitaal vergaderen. Hierbij lag ook de optie ‘hybride vergaderen’ op tafel. Kunnen hybride vergaderingen een volwaardig alternatief vormen voor (alleen) digitale en/of (alleen) fysieke bijeenkomsten? Om deze vraag te beantwoorden, wilde het ministerie de argumenten vóór en tegen hybride vergaderen in kaart brengen, naast de argumenten vóór en tegen digitaal vergaderen.
Het maken van onderscheid tussen de argumenten vóór en tegen beide vergadervormen is een uitdagende denkstap. Ze liggen immers dicht tegen elkaar aan. Hybride vergaderen is een combinatie van digitaal en fysiek vergaderen. De digitale dimensie van hybride vergaderen lijkt veel op digitaal vergaderen, maar levert deels andere argumenten op. Kijk maar eens naar deze voorbeelden van tegenargumenten.
- Bij digitaal én hybride vergaderen is minder ruimte voor grapjes en spontane ontmoetingen tussen deelnemers, zoals na afloop.
- Bij hybride vergaderen kunnen in de raad subculturen ontstaan als steeds dezelfde mensen fysiek aanwezig zijn.
Om tot scherpe argumenten te komen, brachten we daarom met volksvertegenwoordigers en experts eerst de argumenten vóór en tegen digitaal vergaderen in kaart. Op basis hiervan dachten we verder na over de argumenten vóór en tegen hybride vergaderen.
Het ministerie heeft de argumenten gebruikt om te beoordelen of er een permanente regeling voor digitaal vergaderen moet komen en of hybride vergaderen in deze regeling een plaats moet krijgen. Die permanente regeling komt er. De ervaringen met digitale vergaderingen en besluitvorming tijdens de coronacrisis zijn dermate positief dat het zonde zou zijn de mogelijkheid weer te schrappen, stelt Minister Ollongren. Uit verkenningen is gebleken dat er geen wettelijke obstakels zijn om ook buiten crisistijd digitaal te vergaderen. Daarom gaat het ministerie nu een wetsvoorstel opstellen. Met ‘hybride vergaderen’ wil de minister eerst experimenteren, voordat zij deze optie in de regeling wil opnemen. Lees de volledige Kamerbrief hier.
Wil je meer weten over digitalisering en openbaar bestuur? Neem contact op met Daan van den Berg.